Column | Klederdracht

Als het op vrijdagmorgen in het mode item ook maar even over sandalen gaat, dan geef ik direct toe: ik weet niet hoe snel ik dat moet veroordelen. Zeker als het gaat over de modellen van Birkenstock of erger de Crocs. Dat meen ik vervolgens dan ook, simpel omdat ik het een dracht vind die niet past bij de belevingswereld waarin ik me begeef. Ik vind het een verschrikking. Je kent of herkent ze wel: de mannen met sokken EN sandalen aan. Hoe bedenk je het. Maar als je het veroordeelt moet je ook zo sportief zijn om je er eens in te verdiepen. En dan moet ik zeggen dat er bij Birkenstock wel een hele interessante geschiedenis aan vast hangt.

 

De algemene stelling dat sandalen en mannen ook stoer kunnen zijn verwijst naar de tijd dat de Romeinen met hun leren schoenen in sandaalvorm de wereld veroverden. De modernere sandaal heeft zijn hoogtepunt gevonden in de begin jaren 70, de tijd van de festivals en de flower power. In 1973 kwam er een sandaal op de markt onder de naam The Arizona. Het gaf de suggestie van een stoere, cowboyachtige outdoor schoen. Mannelijk dus.

 

Afgelopen weekend had ik een familie uitje, mijn moeder werd 85 jaar, en haar grote wens was om vooral weer even terug te gaan in de tijd. Nou, dat hebben we geweten. Twee dagen rondlopen in het pittoreske maar oh zo toeristische Edam, Volendam en Marken.

 

Ik heb me verbaasd over de enorme aantallen bezoekers, vooral in Volendam, en natuurlijk ontkwam ik er niet aan om in traditionele klederdracht een foto te laten maken. Prachtig om te zien dat voor mij hele groepen buitenlanders zich in deze kleding stonden te wurmen om zich vervolgens in een oud Hollands plaatje te laten vereeuwigen.

 

Tijdens het omkleden realiseerde ik me ineens dat de geschiedenis van die kleding veel kan vertellen over de levensstijl in deze plaatsen, vooral als je bedenkt dat kleding de afgelopen vijftig jaar steeds meer een wegwerpartikel is geworden. Onze kleding gaat meestal maar enkele seizoenen mee. Zelfs als die kleding dan nog niet versleten is, zijn we er wel op uit gekeken.

 

Vroeger waren kleding en linnengoed kostbaar bezit. Er werd veel tijd aan besteed en zuinig mee om gegaan. Jonge meisjes leerden handwerktechnieken, waar ze als huisvrouw en moeder veel aan zouden hebben. Later werkten ze aan hun uitzet, een kleine of grotere voorraad linnengoed en lijfgoed, waarmee ze voorlopig vooruit konden in hun huwelijk.

 

Vrouwen maakten sommige kledingstukken zelf. Andere kledingstukken werden bij gespecialiseerde naaisters besteld. Mutsenmaaksters maakten de mutsen en wasten ze ook. Alle kleding werd met zorg onderhouden en opgeborgen. In armere gezinnen werd eindeloos versteld en gerepareerd. Maar ook rijkere mensen repareerden hun daagse kleding. Een stoppage in je kleding was geen schande, een gat wel.

 

Veel van de textiel werd hergebruikt. Met een verwassen schouderdoek kon nog best een nieuw kledingstuk worden gevoerd en kleine restjes van een mooi stofje werden aan elkaar gepast tot babypakje. De verschillende soorten klederdracht gaven aan waar de mensen die ze droegen vandaan kwamen, echter binnen een dergelijk streekdracht zijn er ook weer heel veel verschillen.

 

Speciale kleding speelt vaak een rol bij belangrijke momenten in het leven. Meestal zijn dat overgangsmomenten zoals geboorte, doop, huwelijk en begrafenis. In de streekgebonden kleding had iedere levensfase eigen, kenmerkende kleding.

 

Het dragen van rouwkleding na de dood van een familielid kennen wij bijna niet meer. Soms wordt bij een begrafenis donkere kleding gedragen. Vroeger was het gebruikelijk om na een overlijden in de familie langere tijd aangepaste kleding te dragen. In de streekdrachten speelt dat gebruik tot vandaag de dag een belangrijke rol.

 

In sommige plaatsen kon je aan de kleding zien of iemand uit een familie van bijvoorbeeld boeren of vissers kwam. Rijke en minder rijke mensen droegen ongeveer dezelfde kleding. Wel was er verschil in de kwaliteit en hoeveelheid van hun kleding en sieraden. In sommige plaatsen was aan de kleding of aan accessoires te zien of iemand rooms-katholiek of protestant was.

 

Streekdracht is geen onveranderlijk kostuum, geen uniform. Het is een wisselende combinatie van kledingstukken. De combinatie wordt bepaald door de bezigheden van de drager en de gelegenheid. Er is kleding voor in het werk en voor na het werk, wanneer men zich een beetje opknapt om bijvoorbeeld de deur uit te gaan.

 

Bij het verkleden wordt niet van top tot teen iets anders aangetrokken. Na het werk wordt de vuile werkschort bijvoorbeeld verwisseld voor een schone en mooier schort. Daarbij wordt ook vaak een andere muts opgezet, de opknapmuts. Dan is er nog de netste en mooiste kleding voor ’s zondags naar de kerk en voor een bijzondere gelegenheid. Het kan zelfs zijn dat op één dag al deze verschillende combinaties gedragen worden. Naast de dagelijks wisselende kleding waren er speciale kledingstukken voor bijzondere gelegenheden en voor de wisselende seizoenen.

 

De outfit die ik aangemeten heb gekregen , is die van de traditionele Volendammer visser. De zo kenmerkende broek, gaf in ieder geval heel veel bewegingsvrijheid. Wel zo handig als je in een foto zetting ook nog allerlei attributen moest vasthouden en tegelijkertijd je been op een kistje moet plaatsen. Maar goed, de foto is dan ook volledig gelukt en mijn moeder was er blij mee.

 

Volendam: een echte aanrader, de foto uiteindelijk ook.

 

Rick Moorman

Met dank aan de VVV van Volendam -Edam